Home hfdst 1 hfdst 2 hfdst 3 hfdst 4 hfdst 5 hfdst 6 hfdst 7 zelftest

1. Types
1.1 Primaire taalontwikkelingsstoornissen
1.2 Secundaire taalontwikkelingsstoornissen

   

HOOFDSTUK 4: TAALONTWIKKELINGSSTOORNISSEN

Wanneer een kind er niet in slaagt de taal te verwerven zoals leeftijdsgenootjes en daarbij een stoornis vertoont die niet beperkt blijft tot de foniek, noemt men deze stoornis een taalontwikkelingsstoornis.
Er kan sprake zijn van een vertraagde taalontwikkeling, het kind verwerft de taal dan trager dan leeftijdsgenootjes, maar ook een gestoorde taalontwikkeling is mogelijk. Het kind laat dan bij de taalverwerving kenmerken zien die normaal niet voorkomen.
 

1. Types

 

1.1 Primaire taalontwikkelingsstoornissen

Sommige kinderen vertonen een taalstoornis die op zichzelf lijkt te staan:
  • Hun taalstoornis kan niet verklaard worden vanuit sensorische problemen, het gehoor en het zicht is goed.
  • Er zijn geen afwijkingen aan het spraakorgaan vast te stellen.
  • Er doen zich geen cognitieve problemen voor, de intelligentie is normaal.
  • Er komen ook geen emotionele of contactstoornissen voor.
  • Maar de taalontwikkeling verloopt toch gestoord.
Kinderen met een primaire taalontwikkelingsstoornis vormen geen homogene groep. Stoornissen kunnen op verschillende gebieden optreden:  

1.2 Secundaire taalontwikkelingsstoornissen

Wanneer er duidelijk een andere stoornis aanwezig is die de taalontwikkelingsstoornis kan verklaren, spreekt men van een secundaire taalontwikkelingsstoornis. Er kunnen verschillende stoornissen aan de basis liggen van een taalontwikkelingsstoornis:
  • Een verminderde gehoorscherpte
  • Een algemene ontwikkelingsvertraging
    Hoe ver een kind met een verstandelijke beperking uiteindelijk geraakt in zijn taalontwikkeling hangt grotendeels af van de ernst van de mentale retardatie. (videofragment 4.4)
    Op de regel dat kinderen met een verstandelijke beperking een taalontwikkeling laten zien die hun algemeen ontwikkelingsniveau weerspiegelt, zijn ook uitzonderingen:
    • Soms lijkt de taalontwikkeling op bepaalde aspecten beter te zijn dan het algemeen functioneren. Maar wat de kinderen zeggen, begrijpen ze evenwel niet en hun naar vorm correcte uitingen missen voor hen inhoud. (= cocktail-party speech)
    Bijvoorbeeld: kinderen met het syndroom van Williams-Beuren. (videofragment 4.5)
    • Soms loopt de taalontwikkeling achter op het algemeen functioneren.
  • Een verstoorde interactie met de omgeving
    • Op basis van kindermishandeling
    • (s)electief mutisme: een hardnekkige weigering van het kind om te spreken in een of meer sociale situaties terwijl het eigenlijk wel over de mogelijkheden tot spreken beschikt. (videofragment 4.6, videofragment 4.7)
  • Autisme
  • Risicogroepen:
    • Blinde kinderen
    • Fysisch gehandicapte kinderen
    • Tweelingen en meerlingen


  • Home Top