Home hfdst 1 hfdst 2 hfdst 3 hfdst 4 hfdst 5 hfdst 6 hfdst 7 zelftest

1. Spraakrevalidatie
2. Fysische beperkingen

 

HOOFDSTUK 1: LARYNGECTOMIE 

Bij een laryngectomie wordt de larynx heelkundig verwijderd. Een dergelijke ingreep wordt gewoonlijk uitgevoerd bij patiënten bij wie zich ter hoogte van de larynx een carcinoom heeft ontwikkeld.
 

1. Spraakrevalidatie

De meest traditionele vorm van spraakrevalidatie na een laryngectomie is het aanleren van oesophagusspraak. (videofragment1.1)
Het basisprincipe van oesophagusspraak is dat de slokdarm en meer bepaald het bovenste derde ervan als luchtreservoir wordt gebruikt. Een nieuwe glottis, gevormd ter hoogte van de slokdarmmond staat in voor het teweeg brengen van stemtrillingen.
Mechanisme:
  • De patiënt brengt lucht in de slokdarm.
  • Rispt deze daarna terug op.
  • De lucht passeert de nieuw gevormde glottis en er ontstaan, althans bij de stemhebbende klanken, luchttrillingen die zich voortplanten naar de keel-, mond- en/of keelholte.
  • Deze luchttrillingen worden verder op de normale manier door articulatiebewegingen tot klanken verwerkt.
De patiënt kan ook gebruik maken van een kunstlarynx (een toestel waarmee luchttrillingen kunnen opgewekt worden en dat dus de functie van de vroegere larynx vervult).

Sinds de eerste laryngectomieën zijn er verscheidene chirurgische technieken ontwikkeld om de passage van lucht uit de longen naar de mondholte te herstellen. Gemeenschappelijk aan al deze technieken is dat men probeert de verbinding te herstellen via een interne shunt, ofwel tussen trachea en de oesophagus, ofwel tussen de trachea en de pharynx. Ondanks de duidelijk betere stem hebben bovenstaande technieken geen algemene ingang gevonden door het optreden van een aantal problemen, met name:
  • Aspiratie van vloeistof en voedsel
  • Stenose (vernauwing) of spontane sluiting van de gecreëerde verbinding
Met het oog op het vermijden van deze complicaties werden een aantal prothetische technieken ontwikkeld. Hierbij wordt er een shunt aangelegd waarin een prothese wordt geplaatst. Een voorbeeld hiervan is de Provox. Om te spreken met een prothese moet de stoma telkens afgesloten worden met de duim of vinger zodat de lucht uit de longen door het buisje naar de oesophagus geleid wordt om daar de slokdarmmond aan het trillen te brengen. (videofragment1.2)  

2. Fysische beperkingen

Bij een klassieke laryngectomie wordt de verbinding tussen de neus en de lagere delen van de luchtweg verbroken. Hierdoor kan de neus zijn normale functie – filteren, verwarmen en bevochtigen van de inademinglucht – niet meer vervullen. Het wegvallen van deze functie van de neus leidt tot:
  • Irritatie van de slijmvliezen van de luchtpijp
  • Hoesten
  • Overmatige slijmproductie
  • Korstvorming
De stomafilter biedt een oplossing om de neusfunctie te vervangen. (videofragment1.3, videofragment1.4) Daarnaast zorgt het voor een betere afsluiting van de stoma. Je hoeft enkel de verende klep op de filtercassette in te drukken om de stoma af te sluiten. (videofragment1.5)



Home Top